Responsive image

Aanhef

Download de app voor meer functionaliteit.

Aanhef

Aanbeveling van de Commissie

van 15 december 2011

betreffende voorkoming voor dubbele belasting van nalatenschappen

(2011/856/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 292,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) In de meeste lidstaten wordt belasting geheven bij het overlijden van een persoon, met name een boedel- of een verkrijgingsbelasting, maar in sommige worden erfenissen ook op andere wijze in de heffing betrokken, zoals via de inkomstenbelasting. Alle belastingen die worden geheven bij het overlijden van een persoon, worden hierna aangeduid met de uitdrukking "successiebelastingen".

(2) De meeste lidstaten die een successiebelasting heffen, heffen ook een belasting op schenkingen tussen levenden.

(3) Voor de heffing van successiebelasting kunnen de lidstaten uiteenlopende aanknopingspunten hanteren. Zij kunnen uitgaan van een persoonlijke band, zoals de woonplaats, vaste verblijfplaats of nationaliteit van de overledene, van de erfgenaam of van beiden. Een aantal lidstaten kan meer dan een van deze aanknopingspunten hanteren of antimisbruikbepalingen toepassen waarbij aan het begrip woonplaats of vaste verblijfplaats voor belastingdoeleinden een ruimere invulling wordt gegeven.

(4) Naast deze persoonlijke band kunnen de lidstaten ook de ligging van goederen op hun grondgebied als basis voor de heffing van successiebelasting nemen. Op grond van dit beginsel kan worden geheven zelfs wanneer de overledene noch de erfgenaam een persoonlijke band had met het land waar de goederen zijn gelegen.

(5) Steeds meer EU-burgers verhuizen in de loop hun leven naar een andere EU-lidstaat om er te gaan wonen, te studeren, te werken of op pensioen te gaan; zij kopen een eigendom of beleggen in vermogensbestanddelen in een ander land dan hun land van herkomst.

(6) Als in deze gevallen een persoon komt te overlijden en de nalatenschap een grensoverschrijdend element heeft, kan het voorkomen dat meer dan een lidstaat successiebelasting over het nagelaten vermogen mag heffen.

(7) Tussen de lidstaten zijn slechts zeer weinig bilaterale verdragen gesloten ter voorkoming van dubbele of meervoudige successiebelasting.

(8) De meeste lidstaten voorzien via eenzijdige nationale wetgeving of administratieve praktijken in voorkoming van dubbele belasting wanneer in het buitenland successiebelasting wordt geheven.

(9) Deze nationale voorkomingsregelingen voor buitenlandse successiebelasting kennen doorgaans evenwel beperkingen. Zij kunnen met name een beperkte werkingssfeer hebben wat betreft de belastingen en de personen waarop zij zien. Het is mogelijk dat zij geen voorkoming verlenen voor reeds betaalde schenkingsbelastingen over dezelfde nalatenschap of voor belastingen die op lokaal of regionaal in plaats van op nationaal niveau worden geheven, of voor alle belastingen die door andere landen bij overlijden worden geheven. De voorkoming kan beperkt zijn tot de buitenlandse belastingen die zijn betaald over bepaalde buitenlandse vermogensbestanddelen. Het is mogelijk dat geen voorkoming wordt verleend voor buitenlandse belasting over een vermogensbestanddeel in een ander land dan dat van de erfgenaam of de overledene. Het is ook mogelijk dat geen voorkoming wordt verleend voor vermogensbestanddelen die zijn gelegen op het grondgebied van de lidstaat die voorkoming verleent. De nationale voorkomingsregelingen kunnen ook tekortschieten omdat zij geen rekening houden met afwijkende successiebelastingregels in andere lidstaten, met name ten aanzien van de vraag of een vermogensbestanddeel als lokaal dan wel als buitenlands moet worden gekwalificeerd, en ten aanzien van het tijdstip waarop vermogensbestanddelen overgaan en het tijdstip waarop de belasting verschuldigd wordt. Tot slot kan de beslissing tot het verlenen van voorkoming zijn overgelaten aan de bevoegde autoriteit, hetgeen betekent dat er geen zekerheid daaromtrent bestaat.

(10) Het ontbreken van passende middelen om een cumulatieve heffing over een nalatenschap te voorkomen, kan tot gevolg hebben dat de totale belastingdruk aanzienlijk hoger is dan de belasting die zou zijn geheven in zuiver binnenlandse verhoudingen in slechts één van de betrokken lidstaten.

(11) Dit kan EU-burgers belemmeren om ten volle profijt te trekken van hun recht om zich vrij te verplaatsen en activiteiten te ontplooien binnen de grenzen van de Unie. Het kan ook de overdracht van kleine ondernemingen bij het overlijden van een eigenaar bemoeilijken.

(12) Ofschoon het aandeel van de inkomsten uit successiebelastingen in de totale belastinginkomsten van de lidstaten relatief gering is, en grensoverschrijdende gevallen alleen een nog veel kleiner deel daarvan uitmaken, kan dubbele belasting van nalatenschappen toch grote gevolgen hebben voor de betrokken individuen.

(13) Momenteel bestaat er voor dubbele belasting van nalatenschappen geen alomvattende oplossing op nationaal of bilateraal niveau of op basis van EU-wetgeving. Om de goede werking van de interne markt te garanderen, moet worden gewerkt aan een breder opgezette voorkomingsregeling voor dubbele belasting van nalatenschappen in grensoverschrijdende situaties.

(14) Er moet worden voorzien in een rangorde van heffingsbevoegdheden of, omgekeerd, in een rangorde voor het verlenen van voorkoming in gevallen waarin twee of meer lidstaten successiebelasting heffen over dezelfde nalatenschap.

(15) Als hoofdregel, en in overeenstemming met de meest gangbare praktijk op internationaal niveau, moeten de lidstaten waar onroerende goederen zijn gelegen alsook roerende goederen die tot het bedrijfsvermogen van een vaste inrichting behoren, als staat met de nauwste band, de primaire bevoegdheid hebben om successiebelasting over zulke vermogensbestanddelen te heffen.

(16) Aangezien roerende goederen die niet tot het bedrijfsvermogen van een vaste inrichting behoren, gemakkelijk naar een andere plaats kunnen worden overgebracht, is de band van zulke goederen met de lidstaat waar zij zich bevinden op het tijdstip van overlijden, in het algemeen veel minder nauw dan de persoonlijke banden die de overledene of de erfgenaam met een andere lidstaat kan hebben. De lidstaat waar zulke roerende goederen zich bevinden, moet deze daarom van zijn successiebelasting vrijstellen als de lidstaat waarmee de overledene en/of de erfgenaam een persoonlijke band heeft, ook een dergelijke belasting heft.

(17) Het vermogen dat een overledene nalaat, is vaak het resultaat van een levenslange inspanning. De vermogensbestanddelen die deel uitmaken van een nalatenschap, bevinden zich doorgaans ook vaker in de lidstaat waarmee de overledene persoonlijke banden heeft dan in de lidstaat waarmee de erfgenaam zulke banden heeft, indien dat een andere lidstaat is. Wanneer zij een nalatenschap belasten op basis van persoonlijke banden met hun grondgebied, knoopt een meerderheid van de lidstaten aan bij de banden van de overledene in plaats van die van de erfgenaam, zij het dat verschillende onder hen ook of uitsluitend heffen als de erfgenaam een persoonlijke band met hun grondgebied heeft. Gelet op het hierboven beschreven karakter en belang van de persoonlijke banden van de overledene alsook om praktische redenen moet voorkoming van dubbele belasting als gevolg van het feit dat de overledene en de erfgenaam persoonlijke banden hebben met verschillende lidstaten, worden verleend door de lidstaat waarmee de erfgenaam persoonlijke banden heeft.

(18) Botsing tussen de persoonlijke banden met verschillende lidstaten kan worden opgelost op basis van een onderlingoverlegprocedure met tiebreakbepalingen om te bepalen welke persoonlijke band het nauwst is.

(19) Aangezien het tijdstip waarop successiebelasting wordt geheven, tussen de betrokken lidstaten kan verschillen en de oplossing van grensoverschrijdende gevallen van successiebelasting aanzienlijk meer tijd kan vergen dan die van binnenlandse gevallen omdat rekening moet worden gehouden met meer dan een rechtssysteem en/of belastingstelsel, moeten de lidstaten voorzien in een redelijke termijn waarin een verzoek om voorkoming kan worden gedaan.

(20) Deze aanbeveling bevordert de grondrechten die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn erkend, zoals het recht op eigendom (artikel 17), dat uitdrukkelijk het recht om rechtmatig verkregen goederen te vermaken, garandeert, de vrijheid van ondernemerschap (artikel 16) en het recht van EU-burgers om zich vrij binnen de Unie te verplaatsen (artikel 45),

HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD:

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.